Een paar jaar geleden was daar ineens een nieuwe vorm van digitaal geld: de Bitcoin. Inmiddels zijn Cryptocurrency zoals de Bitcoin al een lange tijd niet meer weg te denken uit deze huidige tijd. De onbekendheid met dit nieuwe ‘geld’ doet menig stof opwaaien. Want is het eigenlijk wel aan te duiden als geld? Is het overdraagbaar? En kunnen vorderingen tot uitbetaling in Bitcoins uiteindelijk tot een faillissement van de schuldenaar leiden? Deze vragen staan in deze blog centraal.
Wat zijn Bitcoins?
Allereerst is het goed om te weten wat een ‘Bitcoin’ nu precies is. Simpel gezegd is een Bitcoin een code met een unieke, digitaal versleutelde reeks van 34 letters en getallen. Iedere code is uniek. Bitcoins worden gekocht en verkocht op een speciale beurs waarvan de koers fluctueert op de open markt. En dat was de laatste tijd wel te merken! Je kunt het als het ware zien als geld in de cloud, aangezien je er altijd en overal bij kan. De betalingen zijn snel en veilig. Vandaar dat het steeds populairder wordt (en het feit dat de koers een hele lange tijd erg hoog stond). Met Bitcoins kun je tegenwoordig ook al op meerdere plekken terecht om aankopen te doen, je kunt ze onderling uitwisselen en ga zo maar verder.
De onduidelijkheid (of misschien wel ontastbaarheid) over de status van de Bitcoin doet een hoop stof opwaaien. Niet gek dat er daarom al een lange tijd een discussie is over hoe we de Bitcoin nu precies (juridisch) kunnen duiden.
Bitcoins zijn vermogensrechten
Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks aan de begunstigde worden geleverd. Ze vertegenwoordigen dus een bepaalde waarde en zijn overdraagbaar. Hiermee vertonen ze kenmerken van een vermogensrecht. Doordat Bitcoins zijn te kwalificeren als digitaal geld, kan het ook zo zijn dat hieruit een vordering voortvloeit, welke vordering voor verificatie in aanmerking komt in geval van een faillissement. Dit is de conclusie van de rechtbank Amsterdam in haar vonnis van 14 februari 2018 (lees hier het volledige vonnis).
Kunnen vorderingen in Bitcoins leiden tot een faillissement?
Voordat we antwoord kunnen geven op deze vraag, is het goed om te kijken wanneer een faillissement kan worden uitgesproken. Dit wordt bepaald in artikel 1 van de Faillissementswet. Dit artikel geeft aan dat een schuldenaar (een rechtspersoon of natuurlijk persoon) die in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen op eigen aangifte of op verzoek van een of meer schuldeisers bij vonnis van de rechtbank in staat van faillissement kan worden verklaard. Voor een succesvol verzoek zijn er dus twee of meer schuldeisers nodig met een verifieerbare vordering.
Terug naar de Bitcoin. Hiervoor zagen we al dat een vordering tot betaling in Bitcoins volgens de rechtbank Amsterdam in aanmerking komt voor verificatie. Er is dan dus sprake van een verifieerbare vordering. Indien er dan twee of meerdere personen een vordering hebben op de schuldenaar tot het uitbetalen van Bitcoins, kan dit tot een situatie leiden dat deze persoon in een ‘toestand verkeerd waarin hij heeft opgehouden te betalen’, zoals is bedoeld in artikel 1 van de Faillissementswet.
Opgehouden te betalen?
Volgens de rechtbank moet de term ‘betalen’ ruim worden uitgelegd. Betalen ziet dus niet alleen op voldoening van een geldvordering, maar meer algemeen op de voldoening van een verbintenis. De rechtbank sluit hierbij aan bij een (oud) arrest van de Hoge Raad uit 1921.
Voor het uitspreken van een faillissement moet in ieder geval sprake zijn van twee vorderingen die voor verificatie in aanmerking komen – waarvan er tenminste één opeisbaar is – en welke beide niet worden betaald. Daarbij is niet relevant of sprake is van betalingsonwil of betalingsonmacht.
Vordering in Bitcoins kan leiden tot een faillissement
Het vonnis van de rechtbank Amsterdam is duidelijk. Bitcoins zijn overdraagbaar en bevatten kenmerken van een vermogensrecht. Mocht het zo zijn dat u een verplichting hebt tot het uitbetalen van Bitcoins aan twee of meer schuldeisers, dan kan het dus zo zijn dat u in staat van faillissement kan worden verklaard. De rechter hoeft hiervoor geen al te zware toets toe te passen. Er hoeft slecht summierlijk te blijken van een toestand te hebben opgehouden te betalen. Let hier dus goed mee op!
Hoewel vaak wordt gesuggereerd dat onze wetten verouderd zijn en aan modernisering toe zijn, blijkt dat sommige bepalingen in de oude wetten met de juiste interpretatie best kunnen voldoen aan de huidige hypermoderne ontwikkelingen. De oude wet in een nieuw jasje!